Er zijn veel schilderijen waar het niet alleen draait om het portret zelf, maar waarin juist ook de kleding van de geportretteerde een prominente rol speelt. De outfit is vaak minstens zo belangrijk als de gezichtsuitdrukking of houding, omdat deze veel zegt over de status, rijkdom, mode en identiteit van de persoon. Bovendien biedt het de kunstenaar een uitgelezen kans om zijn technische vaardigheid en oog voor detail te tonen.
Een treffend voorbeeld hiervan is het werk van Rembrandt van Rijn, met name zijn meesterlijke weergave van stoffen en accessoires. Denk bijvoorbeeld aan de beroemde molenkraag — een ingewikkeld en fijngeplooid kledingstuk dat in de 17e eeuw vooral door de elite werd gedragen. Rembrandt wist deze met een verbluffend realisme vast te leggen, waarbij elk plooitje, elke schaduw en de textuur van het materiaal nauwkeurig werd uitgewerkt. Zulke details laten niet alleen zien hoe virtuoos de schilder was, maar ze geven ook inzicht in het tijdsbeeld en de maatschappelijke verhoudingen van die periode.
In het schilderij Un atelier aux Batignolles van zijn vriend Henri Fantin-Latour draagt Édouard Manet gaat het ook om de kleding. Manet draagt hier nog een bleke broek. Zijn vrienden, de impressionisten die toch zo begaan zijn met kleur, dragen zwart of donkerbruin.Zwart is dé kleur van de burgerij op dat moment en dat maakt dit schilderij mede belangrijk voor de mode- en kunstgeschiedenis. Vanaf dat moment is donkere kleding voor de man de standaard. Kleur wordt overgelaten aan vrouwen.