Tot 1930 was het heel normaal dat ook een heer zich minimaal drie keer per dag omkleedde. Voor het ontbijt, de jacht, de thee, het diner, het roken en voor het afzakkertje. Bij het ontbijt en voor de zonsondergang droeg men een jacquet. Dit is vooral gebruik in de tijd van 1810-1895. Het woord jacquet is afgeleid van het Franse jacquette (jasje), het verkleinwoord van jacque, dat op zijn beurt weer is afgeleid van de persoonsnaam Jacques. Deze naam werd in de middeleeuwen gebruikt als aanduiding voor boeren. In de 16e eeuw werden lakeien ook Jacques genoemd. Een jacquet is dus een lakeienjas. Nu dragen we het jacquet bij officiële gelegenheden overdag. Denk aan een huwelijksvoltrekking, de opening van de Staten Generaal, bij aflegging van geloften bij de koning en bij een bezoek aan de paardenraces van Ascott.
Sinds het midden van de vorige eeuw wordt met jacquet een zwarte of grijze herenjas bedoeld. Vroeger droeg men pandjesjassen. Deze zijn langzamerhand vereenvoudigd tot het huidige jacquet. Kenmerkend zijn de afgeronde voorpanden die naar achteren toe lang uitlopen. De voorkant wordt met één knoop gesloten en heeft opgesneden revers. Vroeger en tegenwoordig bij oudere heren is bij formele gelegenheden een satijnen rever de correcte uitvoering; veelal blijft deze echter achterwege. Traditioneel hoort er een zwartgrijs gestreepte broek bij. Hoe grijzer de broek hoe Katholieker de drager en dus hoe donkerder de stof hoe zwaarder de drager in de leer is. In de winter mag de stof iets wollig zijn, in de zomer hebben gladde wollen stoffen de voorkeur. Veelal draagt men een grijs vest, een wit overhemd met een liggend boord, een grijze das en eventueel grijze handschoenen en een hoge cilinder (hoed). Bij trieste omstandigheden mag ook een effen zwarte broek, das en vest. De hoed is van zijde of vilt en grijs bij huwelijken en zwart bij andere gelegenheden en wordt veelal in de hand gedragen. De schoenen zijn altijd zwart onder het jacquet.
De Engelsen spreken van morning coat, omdat de gentlemen zich vroeger op deze manier kleedden tijdens het paardrijden. Zij dragen overdag ook vesten in een gele, camelachtige kleur die men buff noemt. Vooral bij jonge lieden kan deze zandkleurige, en vaak dubbele rij, vest mooi zijn. Voor middagfeesten is een piqué wit vest ook mogelijk. Op Ascott en bij minder formele huwelijken zie je ook wel grijze varianten van het jacquet. Ook de vader van de bruid kan een grijs jacquet dragen. Vooral een zilvergrijze visgraat is erg mooi. Bij NEW TAILOR maakten we ook geheel blauwe jacquets. Een jacquet wordt nooit na zonsondergang gedragen. Dan kies je veelal voor Black Tie.